Behandeling onder algehele anesthesie

In slaap gaan
U heeft in overleg met uw behandelaar gekozen voor een behandeling welke wordt uitgevoerd onder algehele anesthesie, de narcose. Deze algehele anesthesie kan op 2 manieren worden gestart:

1. Door een prik in de arm waar een infuusslangetje in een bloedvat wordt ingebracht, waarna het slaapmiddel wordt toegediend en u in slaap valt. Tijdens het in slaap vallen kan het slaapmiddel kortdurend een warm tot licht brandend gevoel geven in de hand, arm en soms ook de schouder. Indien u het wilt, kan u vooraf een pleister, Rapydanpleister, krijgen waardoor deze prik nagenoeg pijnloos verloopt.
2. Doordat u via een gezichtsmasker een slaapgas in ademt, dat slaapgas kan een beetje stinken. Nadat u in slaap bent gevallen wordt er eveneens een infuusslangetje in een bloedvat in de elleboog of hand ingebracht. Waarna het slaapmiddel, de narcose, wordt toegediend om u in slaap te houden.

Er wordt zoveel van het slaapmiddel toegediend dat u tijdens de behandeling niet wakker wordt. Het slaapmiddel wat wij gebruiken werkt snel, wordt ook weer snel afgebroken zodat u weer snel wakker wordt wanneer wij stoppen met het geven van dit middel. Dit slaapmiddel werkt tevens de misselijkheid tegen.

Kinderen
Kleine kinderen zijn vaak bang voor een prikje daarom wordt vlak daarvoor met behulp van een speciale pleister, Rapydanpleister, de huid verdoofd waardoor het prikje nauwelijks wordt gevoeld.  Kinderen kunnen ook in slaap worden gemaakt door hen via een kapje te laten ademen, waaruit een narcosegas stroomt. Tijdens het in slaap maken is het voor het kind prettig dat er iemand mee is die het kent, de ouders of een begeleiders mogen daarom mee met het kind tot het slaapt.  Bij dit in slaap vallen zal het kind oncontroleerbare bewegingen maken, maar slaapt dan al, en weet ook hier niets meer van na het ontwaken als de behandeling klaar is.
Als een kind tijdens het in slaap maken in paniek raakt, dan is enige dwang soms onvermijdelijk. Het is dan niet meer mogelijk om rustig met het kind te overleggen, of uit te leggen, wat er gaat gebeuren. Dit kan voor ouders of begeleiders vreemd overkomen, maar dit is op dat moment de enige manier om het kind op een veilige en verantwoorde wijze onder algehele anesthesie te brengen. Het kind weet hier na de behandeling nagenoeg niets meer van. Wel kan het kind onrustig wakker worden.

Beademingsbuisje
Wanneer u voldoende diep slaapt wordt er een speciaal buisje achter in de keelholte ingebracht. Bij tandheelkundige behandelingen gebeurt dit via de neus. Dit buisje zorgt er voor dat wij u tijdens de behandeling kunnen helpen met de ademhaling (beademing) en zo krijgt u ook extra zuurstof. Als u wakker wordt is dit buisje al weer verwijderd. Na afloop kunt u soms enige dagen wat keelpijn hebben, of de eerste dag last van uw neus zoals een bloedneus.